Auteur afbeelding: Inhijsen liggers zijvelden viaduct Hoog Burel

Informatie afbeelding: Rijkswaterstaat

Test- en validatieplan

In bijlage A4 is het test- en validatieplan opgenomen.

In fase 1 is al bij het oogsten van de Kromwijkdreefliggers vastgesteld dat liggers demonteerbaar zijn.

  • De druklaag is doorzaagbaar (met betonzaag).

  • De einddwarsdragers zijn doorboorbaar (met overlappende boorgaten).

  • De liggers zijn inclusief druklaag uithijsbaar (na aanbrengen hijsgaten).

  • De liggers kunnen getransporteerd worden (oplegpunten en methodiek gelijk aan nieuwe liggers).

  • De liggers kunnen opgeslagen worden op een locatie waar deze gemodificeerd kunnen worden (organiseren van opslaglocaties, bij voorkeur nabij locatie donorproject).

In fase 2a is eerst getest of het overtollige in-situ beton van de prefabliggers verwijderd kon worden, zonder dat er schade optreedt aan de liggers. Schade kan zijn: scheuren in het beton, het afbreken van betonschollen, vervormen van de wapening, beschadigen van de voorspanning. Daarnaast moet het in-situ beton voldoende verwijderd worden omdat de verbindingswapening vrij moet komen te liggen voor het aanbrengen van de wapening van de druklaag in de nieuwe situatie. Ook is onderzocht of er met de wapening voldoende aanhechting kan plaatsvinden tussen het prefabbeton en het nieuw aan te brengen in-situ beton.

Er is getest met verschillende zwaarte van kranen met een betonhamer. Waarbij een grote betonhamer sneller kan werken, maar een grotere kans heeft op schade. Uiteindelijk is ook getest met een handbetonhamer. Hieruit volgt dat de zwaarte van de kraan en betonhamer beperkt moet worden om schade te voorkomen. De laatste delen kunnen handmatig met een betonhamer worden verwijderd.

Een methode die het minste schade veroorzaakt is via hydrodemolition. Uiteindelijk is dit niet getest op onze liggers. Wel is een vergelijkbaar project bezocht waar met hydrodemolition beton is verwijderd. Hieruit volgt dat het een mooie techniek is die een prima resultaat geeft. De impact van hydrodemolition is echter groot omdat de techniek veel water vraagt dat vrijkomt en weer teruggewonnen en gezuiverd moet worden. Het is daardoor moeilijk om de werkplek schoon te houden. Daarbij moet rekening gehouden dat het in-situ beton niet altijd hetzelfde reageert. De methode is ook duur.

We hebben ook het verschil in aanhechting van het in-situ beton met de prefabligger kunnen constateren door de verschillen in aanhechting en kwaliteit van de druklaag van de Kromwijkdreef ligger en de druklaag van de KW 21 ligger. Daarnaast zien we ook een risico van grindnesten. 

Dat betekent in zijn algemeenheid dat bij uitvoering van de druklaag, goed gecontroleerd moet worden of de kist waterdicht is en op het goed trillen van het beton. Of om te kiezen voor een zelfverdichtend betonmengsel bij aanbrengen van een druklaag.