Auteur afbeelding: Plaatsen hergebruikte liggers in de zijvelden van Hoog Burel

Informatie afbeelding: Rijkswaterstaat

Economisch perspectief

Het is gelukt! Het is in sommige situaties economisch haalbaar om liggers her te gebruiken (van opslag tot plaatsing).

Wat betreft het totaal aan kosten voor hergebruik, is in onderstaand grafieken de kostenverdeling weergegeven voor de liggers die in het project KW21 te Groningen zijn gedemonteerd, gemodificeerd en hergebruikt in de pilot viaduct A1-Hoog Burel. De tweede grafiek is een specificatie van de rubriek 'kosten donorviaduct' uit de eerste grafiek.

Al met al is de conclusie dat herbruikbare liggers die toch al uitgehesen en heringezet worden, kostenconcurrerend zijn met nieuwe liggers. Voor liggers die op de nominatie staan om in situ te slopen ontstaat een onrendabele top vergeleken met nieuwe liggers. Dit laatste scenario is echter de meest voorkomende situatie.

Toelichting

Wel zijn er extra investeringen nodig om liggers te demonteren. Opdrachtgevers realiseren zich steeds meer dat duurzaam zijn een belangrijke waarde heeft wat extra investeringen rechtvaardigt. Het is ook gelukt om met het beschikbaar budget de pilot uit te voeren. Het feit dat niet eerder al liggers worden hergebruikt kan worden verklaard doordat de mogelijke winst bij het toepassen van hergebruikte materialen niet in verhouding staat met de risico’s. Zeker in een aanbiedingsfase zijn er te veel onzekerheden m.b.t. matchmaking en opslagkosten om een variant met herbruikbare liggers in een tenderfase aan te bieden.

De insteek is dat de kosten voor het toepassen van herbruikbare liggers niet duurder mag zijn dan toepassing van nieuwe liggers. Waarbij de MKI-winst de extra waarde geeft. We zien echter dat de demontage kosten hoog zijn t.o.v. de reguliere sloop. Dit zijn extra projectkosten. In sommige gevallen valt het mee als de liggers al, vanwege werken boven een spoor of water, per ligger gedemonteerd moeten worden. Dan zijn de extra projectkosten nihil. Maar je houdt kosten voor de constructieve berekening, het modificeren en de opslag van de liggers.

Daarnaast wordt geconcurreerd met leveranciers van prefabliggers die het productieproces jarenlang hebben geoptimaliseerd en werken met (te) kleine marges. Dit komt tot uiting doordat een belangrijke leverancier gestopt is met het produceren van liggers en nu andere prefab onderdelen fabriceert.

Een risico is dat de infrastructuurmarkt grillig is en veel financiële risico’s bij de opdrachtnemers en leveranciers komen te liggen. RWS zal bij hergebruik bepaalde risico’s zelf moeten dragen omdat het anders moeilijk wordt voor bedrijven om een sluitende businesscase te maken.

Ook de ontwikkeling van het slopen van viaducten is zo geoptimaliseerd dat door de inzet van veel zwaar materieel de reguliere sloop met heel weinig verkeershinder tegen een lage prijs kan worden uitgevoerd.

Met betrekking tot het economisch perspectief zal, door ontwikkelingen op het gebied van het reduceren van cement in nieuwe prefabliggers, de productietijd en productiekosten toenemen. Daarnaast is er een ontwikkeling dat bouwstoffen duurder worden. Omdat de kosten van nieuwe liggers waarschijnlijk toe zullen nemen, zal op termijn het economisch perspectief gunstiger worden om herbruikbare liggers toe te passen.

Veel belangrijker is dat opdrachtgevers na gaan denken of de ambitie op gebied van duurzaamheid ook extra geld mag kosten omdat dit meerwaarde geeft. Het is veel te makkelijk geworden om oude constructies gewoon maar af te voeren, het is gek dat we de impact daarvan niet meenemen zegt Barbara Kuipers in een cement artikel [1]. Door hergebruik van materialen extra te waarderen met een EMVI-bonus of hergebruik voor te schrijven/te verplichten, wordt hergebruik vaker toegepast. Een belangrijke ontwikkeling is de emissiehandel, het recht om broeikasgassen uit te stoten. Of om geld te investeren om minder CO2 uit te stoten. Omdat hergebruik van prefabliggers vooral een besparing is op CO2, kan dit een hele gunstige ontwikkeling zijn. Bijvoorbeeld het initiatief van provincie Utrecht (d.d. 18 jan 2023) om met een interne rekenprijs van minimaal 875 euro per ton CO2 te gaan werken [2]. Een andere optie is om herbruikbare liggers als directielevering aan te bieden zodat hergebruik al door de opdrachtgever wordt bepaald en mogelijk wordt gemaakt.