Auteur afbeelding: Visualisatie lessons learned

Informatie afbeelding: Hugo Seriese (Buro Brand)

Duurzaamheidsambitie

Voorkom erosie van de duurzaamheidsambitie en geef ruimte om duurzamere oplossing toe te passen en werk daarin samen. Zorg voor een goede vastlegging van wat er is.

Meer info

Voorkom erosie van de duurzaamheidsambitie. Het is van belang dat vanuit het management van een organisatie, iemand verantwoordelijk is voor het behalen van de duurzaamheidsambities.

Gebleken is dat mensen en projectteams graag willen meewerken. Er lijkt een belemmering te zijn bij het projectmanagement en contractmanagement, zowel aan de opdrachtgeverszijde als aan de opdrachtnemerszijde. Mogelijk komt dit omdat men onvoldoende budget, tijd of expertise beschikbaar heeft om een (contract)wijziging door te voeren t.b.v. een duurzamere oplossing.

Samenwerking is van essentieel belang. Bij het toepassen van herbruikbare liggers zijn er meer afhankelijkheden dan bij nieuwbouw. Samenwerking tussen gast- en donorprojecten van de herbruikbare liggers is nodig, maar ook samenwerking tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers met hun specialisten. Prefabliggers moeten tijdig geoogst worden om ze te kunnen modificeren en te plaatsen.

Het archief moet beter, dit geldt voor Rijkswaterstaat, maar veelal voor alle publieke beheerders. Leveranciers hebben maar een beperkte verplichting m.b.t. de duur dat men informatie dient te archiveren. We moeten in staat zijn om op liggerniveau de basiseigenschappen vast te leggen en in het kunstwerkendossier op te nemen. Zo zijn de eigenschappen bekend wanneer deze ligger in een andere situatie wordt toegepast. Een materialenpaspoort zou hierbij helpen.

Het streven is om een voorraad aan herbruikbare liggers aan te leggen, zodat leveringsonzekerheden worden opgelost en er minder afhankelijkheid in planning tussen de verschillende projecten bestaat.

Het is in ieder geval van belang het archief te verbeteren. Hiervoor is het te adviseren om alsnog informatie op te vragen bij de leveranciers. Bij de huidige projecten ook de productietekeningen van de liggers op te nemen in een terugvindbaar archief.

Nieuw mag niet het enige uitgangspunt zijn. Kostenconsequenties moeten besproken kunnen worden. Dit geeft de aanbiedende partij meer mogelijkheden tot herinzet van herbruikbare bouwelementen. Vanuit de contractadviseurs van Rijkswaterstaat wordt aangegeven dat dit mogelijk is met de huidige standaard contractteksten, maar in de projecten wordt dit niet door iedereen zo ervaren. Op die manier kan ook Rijkswaterstaat haar ambities verwezenlijken.

In de contracten dient de mogelijkheid te zijn opgenomen om altijd herbruikbare bouwelementen toe te kunnen passen.

Rekening moet worden gehouden met een derde leven/toepassing van de ligger. Daarom dienen we in onze ontwerpen losmaakbaarheid van prefab liggers mee te nemen bij het einde van de functionele levensduur. De kwaliteit en de verwachte levensduur van de liggers is hoog. Ze hebben 2 à 3 maal de gemiddelde levensduur van de constructie waar ze zijn toegepast! Er moet dus ook rekening worden gehouden dat hergebruikte liggers weer geoogst worden om nog een derde keer toe te passen.

De constructieve veiligheid zou gebaseerd moeten worden op het vereiste betrouwbaarheidsniveau (β=3,6) of (β=4,3) uit het Bouwbesluit en de betrouwbaarheid zou niet met bijvoorbeeld extra eisen onnodig verhoogd moeten worden. Is het acceptabel om bij hergebruik uit te gaan van β≥3,6 t.b.v. duurzamere oplossingen?

De duurzaamheidsambities van bouwbedrijven en ingenieursbureau moeten (contractuele)ruimte krijgen en gefaciliteerd worden.

Er moet kritischer gekeken worden of aanvullende Rijkswaterstaat eisen (zoals opgenomen in de ROK) duurzaam hergebruik in de weg staat. Hiervoor moeten standaardoplossingen nader worden beschouwd zodat er duurzamere oplossingen mogelijk worden.

Nadere toelichting

SBIR is een middel om innovaties te stimuleren waarbij duurzamere viaducten gerealiseerd kunnen worden. Het doel van Rijkswaterstaat is om in 2030 volledig circulair te werken. Daarbij gebruikmakend van een groot scala aan innovaties die vanuit het SBIR-traject zijn ingebracht. Er zou ruimte moeten zijn om af te wijken van reguliere contracteisen en standaard toegepaste Rijkswaterstaat-richtlijnen en oplossingen. Bijvoorbeeld de eis om buigslappe voegen toe te passen in brugdekken. Dit compliceert het ontwerp met herbruikbare liggers maar bemoeilijkt ook de losmaakbaarheid in het kader van Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen (IFD). Daarnaast moet voorkomen worden dat goede initiatieven niet rendabel zijn vanwege een moeizaam secundair proces (extra bewijsvoering en afstemming) wat nodig is om een duurzamere oplossing toe te passen. 

Dit betekent dat veel breder in de organisatie concrete stappen gezet moeten worden. Vanuit het management moet men met kennis, afspraken en budgetten zorgen dat projecten duurzamere oplossingen kunnen toepassen.

De beheerders van de richtlijnen moeten zelf kritisch naar de richtlijnen kijken of ze niet onnodig beperkend zijn. Het aandurven om ten behoeve van duurzamere alternatieven af te wijken van standaarden en richtlijnen.