Auteur afbeelding: Inhijsen liggers zijvelden viaduct Hoog Burel

Informatie afbeelding: Rijkswaterstaat

Vraagzijde inventariseren, vastleggen en beschikbaar stellen

Afstemming met Rijkswaterstaat m.b.t. donorprojecten.

Het bleek moeilijk om vanuit de opdrachtgeverszijde een pilotproject te vinden. Het SBIR-projectteam Rijkswaterstaat heeft binnen de organisatie nieuwe en lopende projecten gestimuleerd om herbruikbare liggers toe te passen. Toch is het voor Rijkswaterstaat-projectteams blijkbaar lastig of te veel risico om aan innovatie ruimte te bieden. Een pilot vraagt meer tijd en begeleiding dan een reguliere oplossing. Later hebben we wel bij het A9 project Badhoevedorp-Holendrecht de intrinsieke medewerking ervaren, zowel aan de opdrachtgeverszijde als opdrachtnemerszijde. Bij de verbreding van de A9 tussen Badhoevedorp en Holendrecht komen tussen 2023 en 2025 in totaal circa 1300 liggers vrij die in aanmerking komen voor hergebruik. Dit is erg belangrijk omdat er aanbod van vrijkomende liggers nodig is om matches te kunnen maken met partijen en projecten die hierom vragen [1].

Voor de pilot is via het consortium Liggers2.0 een donorproject gevonden bij het project A7 Aanpak Ring Zuid Groningen.

Afstemming met Rijkswaterstaat over gastprojecten

Net als bij donorprojecten is het moeilijk om gastprojecten te vinden via de Rijkswaterstaat organisatie. Er is naar de mogelijkheid gekeken om liggers binnen het A9 project Badhoevedorp-Holendrecht te hergebruiken. De planning van het project en de overeengekomen architectonische vormgeving gaf hier onvoldoende ruimte in. Er zijn wel twee andere projecten gevonden. Dit betreft het A44 project tussen Wassenaar en Haarlemmermeer. En met de provincie Noord-Holland is op 18 januari 2023 een intentieverklaring ondertekend om 32 herbruikbare liggers te gebruiken voor het nieuwe brugdek van de vaste brug in de N201 bij Kortenhoef.

Het doel is om een voorraad aan liggers op te bouwen, zodat gastprojecten geen onzekerheid hoeven te hebben over de beschikbaarheid van herbruikbare liggers.

Rijkwaterstaat werkt met een inkoopplanning waarin het overzicht van de aanbestedingstermijnen is weergegeven. Het is aan te bevelen deze lijst aan te vullen met een overzicht van potentiële liggers die uit de betreffende projecten vrijkomen en projecten waar potentieel herbruikbare liggers toegepast kunnen worden.

Voor de pilot is via het consortium Liggers2.0 een gastproject gevonden in het project “A1: vervanging viaduct Hoog Burel” te Apeldoorn.

Vanuit zijn rol als leverancier van prefabliggers heeft partner Haitsma van consortium Liggers2.0 een groot netwerk waarvan hij verzoeken voor het leveren van nieuwe liggers krijgt. Dit blijkt goede mogelijkheden te geven voor het matchen van herbruikbare liggers met nieuwe projecten.

De wens is dat bij opdrachtgevers al nagedacht wordt over de mogelijkheid om herbruikbare liggers toe te passen in plaats van nieuwe liggers en om mogelijke belemmeringen hiervoor weg te nemen. Eventueel kunnen herbruikbare liggers als directielevering worden aangeboden.

Als er op termijn marktwerking ontstaat heeft het de voorkeur dat marktpartijen gestimuleerd worden om materialen te oogsten om zelf toe te passen of ze beschikbaar te stellen aan de markt. Dat kan bijvoorbeeld via een marktplaats waarbij de liggers tijdelijk opgeslagen kunnen worden op gemeenschappelijke opslaglocaties (publiek en privaat) waar de liggers ook gemodificeerd kunnen worden.

Afstemming met Rijkswaterstaat m.b.t. opslag

Rijkswaterstaat heeft een groot areaal aan onroerend goed in beheer. Als Rijkswaterstaat grond wil verhuren, verpachten of verkopen dan gaat dat via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Idealiter worden de gronden t.b.v. opslag met eventuele modificatie bij het donor- of gastproject gevonden om hiermee de transportafstanden te minimaliseren. Aan de andere kant is het wenselijk om op een paar locaties in het land terreinen te hebben die volledig ingericht zijn op het modificeren van de liggers, dus waar de vergunningen geregeld zijn en waar de omgeving geen ontoelaatbare hinder ondervindt.

Waar afvalbedrijven zich steeds meer richten op recycling, zien we binnen de infrastructuur vooral handel in zand, grind en grond. Er is een ontwikkeling dat aannemers en sloopbedrijven zich meer richten op hergebruik en het opslaan van materialen. Het is belangrijk om deze ontwikkeling te stimuleren, zodanig dat de overheid niet als concurrent van deze bedrijven gaat fungeren. Juist door gebruik te maken van de geboden services kan deze ontwikkeling gestimuleerd worden. Mogelijk kan als nadeel van de inzet van private partijen worden gezien dat de kosten dan expliciet worden, terwijl de maatschappelijke kosten van opslag bij een publieke partij meestal niet zichtbaar gemaakt worden.

Afstemming met Rijkswaterstaat m.b.t. coördinatie, matchmaking en marktplaats

Een belangrijk overzicht van Rijksprojecten en –programma’s betreft het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT). Het Rijk werkt intensief samen met provincies, gemeenten, vervoerregio’s en waterschappen aan de projecten. Het is aan te bevelen in dit vroege stadium al te inventariseren of er herbruikbare materialen vrijkomen en hergebruikt kunnen worden. Wanneer in een zo’n vroeg mogelijk stadium kansen worden geïnventariseerd, is de kans groter dat deze kansen ook benut kunnen worden.

Om de vrijkomende materialen inzichtelijk te krijgen is het wenselijk dat de areaalgegevens hiervoor geschikt gemaakt worden.

Wat betreft matchmaking is het streven naar voldoende marge tussen de tijd dat liggers geoogst worden en hergebruikt, zonder hoge kosten voor een te lange opslagperiode. Ook is het gunstig als de transportafstanden beperkt worden en dat effectief lengtes kunnen worden gematcht. Daarnaast is het van belang dat gastprojecten flexibel zijn en niet te veel planologische beperkingen kennen (hoogteligging weg en ruimtebeslag kunstwerken). T.b.v. hergebruik moeten ontwerpers leren te ontwerpen met beschikbare materialen in plaats van alles te ontwerpen met nieuwe materialen en minimale afmetingen.

Het oorspronkelijk idee was om net als www.bruggenbank.nl [2] ook www.liggerbank.nl [3] in te richten. De bruggenbank is oorspronkelijk een initiatief van RHDHV en bestaat als marktplaats al sinds 1980. De Bruggenbank is een samenwerkingsverband tussen Machinefabriek Rusthoven, de Koninklijke Oosterhof Holman en Royal HaskoningDHV. In de laatste jaren zien we dat er meer matches mogelijk gemaakt zijn. Dit richt zich vooral op gehele (stalen) bruggen. Vanuit herbruikbare liggers was het plan om de liggerbank in te richten voor specifiek hergebruik van prefabliggers. In 2021 is de Nationale Bruggenbank opgericht door AMROR en de Bruggenstichting. AMROR is een netwerksamenwerking van Amsterdam, Rotterdam en Rijkswaterstaat.

Omdat het onwenselijk is dat marktpartijen meerdere marktplaatsen moeten bezoeken om een match te kunnen maken, zijn we vanuit het consortium Liggers2.0 gestopt met het doorontwikkelen van www.liggerbank.nl. Omdat wij met betrekking tot regie en snelheid geen invloed hebben op de Nationale Bruggenbank, zullen de beschikbare liggers gedeeld worden op www.bruggenbank.nl. Daarnaast ondersteunen we de ontwikkeling naar een landelijke marktplaats voor bouwmaterialen, waarbij het assortiment uitgebreid wordt met hergebruikte liggers.

EMVI-eisen opstellen voor hergebruiken en delven van liggers

Rijkswaterstaat past sinds 2010 bij alle aanbestedingen de criteriadocumenten “Maatschappelijk Verantwoord Inkopen” toe om te voldoen aan duurzaam inkopen. Daarbij gebruikt men als instrumenten om duurzaam in te kopen regelmatig de CO2 prestatieladder en Dubocalc. Daarnaast wordt als EMVI-criterium gewerkt met de Beste Prijs Kwaliteit Verhouding (BPKV). Hiermee wil men de innovatiekracht en creativiteit van de markt beter benutten.

Rijkswaterstaat werkt vanuit het Inkoopcentrum Grond- Weg- Waterbouw (ICG) met standaarden, die als basis dienen voor de overeenkomsten met marktpartijen. Het hergebruik zal in deze standaarden gestimuleerd moeten worden om invulling te geven aan de ambitie om in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair te werken. De standaarden van vandaag, zijn de overeenkomsten die in 2030 in uitvoering zullen zijn.

Om hergebruik van liggers te stimuleren is het van belang om zaken (bijvoorbeeld demontage van herbruikbare liggers) voor te schrijven en via EMVI-eisen het hergebruik in aanbestedingen financieel te waarderen. 

Wat betreft eisen kan bij UAV-GC contracten in Annex V de afhandeling van vrijkomende materialen beschreven worden. Ook kan een verplichting worden opgenomen dat vrijkomende materialen voor hergebruik geschikt dienen te blijven en bijvoorbeeld vervallen aan de opdrachtgever. Voor de EMVI-criteria kan gewerkt worden met de veel gebruikte methode om de MKI-euro in de aanbesteding ruim te waarderen. 

Voor hergebruik van liggers is het nog beter om besparingen op gebied van CO2 financieel te waarderen, afgestemd op de maatschappelijke waarde die een besparing op CO2 heeft, zie hiervoor de provincie Utrecht die hierin het voortouw neemt zie pagina 'Interne rekenprijs van minimaal €875,- per ton CO2'. Daarnaast moet zeker na het sluiten van het contract alle partijen alert zijn op de mogelijkheden die zich nog voor kunnen doen en dit ook financieel stimuleren.

  • 1 Ir. Driek Nuijens, Ir. Kees Quartel, „Hergebruik liggers A9,” Cement, december 2022.
  • 2 Samenwerkingsverband tussen Machinefabriek Rusthoven, de Koninklijke Oosterhof Holman en Royal HaskoningDHV, „Bruggen onderweg naar een nieuwe bestemming,” 2023. [Online]. Available: www.bruggenbank.nl.
  • 3 Liggers2.0, „Liggerbank.nl,” [Online]. Available: www.Liggerbank.nl.